Trudi kwam via het programma de Verschilmakers in aanraking met MDT. Dit programma, waar NOV ook een bijdrage aan leverde, richtte zich op lokale maatschappelijke organisaties die graag meer jonge vrijwilligers aan hun organisatie wilden verbinden. ‘Mijn opdracht als projectleider was om meer jongeren te werven als vrijwilliger voor het hospice. Onze jongste vrijwilliger was destijds 50. Tijdens het kennismakingsweekend hoorde ik meer over MDT en ben ik me gaan inlezen. In de loop van het project kwam MDT binnen onze organisatie steeds meer in de picture te staan.’
Wat haar aansprak in het project was de mogelijkheid om bij jongeren onder de aandacht te komen. ‘Als hospice is het niet heel makkelijk om jonge vrijwilligers binnen te krijgen. Veel jongeren vinden het spannend, want in een hospice liggen toch mensen die gaan sterven. Jongeren weten bij een MDT dat ze aan de slag gaan voor een ander, dat ze er zelf van leren én dat ze op een plek komen waar ze mensen ontmoeten waar ze normaal niet mee omgaan. Dat maakte voor ons het grote verschil, want door deze benadering van vrijwilligerswerk lukte het ons uiteindelijk wél om jongeren te werven!’
Creativiteit, inbreng en zorg
Trudi spreekt bevlogen over de match tussen een hospice en inzet van jonge vrijwilligers. ‘Ik weet als geen ander dat op een hospice de droefheid niet de hele dag heerst. Daar wordt juist het leven gevierd, tot het einde toe. Mensen die nog een barbecuefeestje houden op hun terrasje, een borrel met hun vrienden, noem maar op. Door jongeren hierbij te betrekken, krijgen ze een ander beeld bij de laatste levensfase. Dat wil ik graag overbrengen om jongeren minder angstig te laten zijn voor de dood. Als jongeren hier binnenkomen, brengen zij het léven binnen. Ze staan met twee benen in de huidige maatschappij. Ze bruisen van het leven, hebben zin in van alles. Mensen beginnen te stralen als er een jongere binnenkomt. Veel jongeren zijn ook zeer onbevangen, die brengen lucht. Dat vinden heel veel mensen fijn.’
In de afgelopen 2,5 jaar hebben 29 jongeren zich ingezet voor het hospice. 'Één van de jongeren die zich vrijwillig inzette bij het hospice is de 18-jarige Caitlin. Zij verloor haar vader toen ze drie was, en had daar weinig herinneringen aan. Ze wilde op zoek hoe dat geweest is. Een heel bijzonder moment tijdens haar werk, was toen ze een mevrouw haar lunch bracht, een broodje met kaas. Andere vrijwilligers brachten ook de lunch rond, en dan gebeurde het wel eens dat het broodje niet aangeraakt was. Dan werd er gezegd, mevrouw heeft geen trek. Maar Caitlin ging naast de mevrouw zitten, die door een hersentumor een verminderde hand-oog coördinatie had, en zag dat mevrouw haar hand boven het bord bleef zweven maar geen stukje kon pakken. Toen heeft zij het bordje gepakt en is haar hand gaan volgen, waardoor zij wél zelf kon eten. Zij noemde dat de bordendans. Voor mij is dit een levend voorbeeld van eigen inbreng, creativiteit, éigenlijk een teken van opperste zorg. Juist op deze plek, de inzet van jongeren, dat heeft me écht ontroerd.’
Gesprekken over de dood
Wat Trudi ook mooie momenten vond, waren de wervingsmarkten op middelbare scholen. ‘Ik zag er soms tegenop en dacht: als ik ze maar binnen krijg. Maar ik heb zulke bijzondere gesprekken gehad over de dood met jongeren aan mijn kraampje. Alleen al door tientallen jongeren te spreken, kun je al een stuk verhaal kwijt. Zo krijgen zij een dwarsdoorsnede van de maatschappij voor hun neus op zo’n markt.’
De komst van jonge vrijwilligers had ook effect op het hele vrijwilligersbestand van het hospice. ‘Ik kan het niet anders dan magisch noemen dat vanaf het moment dat we MDT in huis hadden, ook vrijwilligers van andere leeftijden binnen kwamen. Ik kan niet achterhalen waardoor het kwam, maar feit is dat er ook dertigers en veertigers bij kwamen. Ik geloof heel sterk dat élke organisatie behoefte heeft aan diversiteit in hun vrijwilligersbestand.’