Om vrijwilligerswerk in al haar facetten te beschrijven onderscheiden we in Geven in Nederland drie vormen van vrijwilligerswerk. De eerste vorm, vrijwilligerswerk in organisatieverband, beslaat vrijwillige inzet voor een organisatie, zoals een sportvereniging, culturele organisatie of zorginstelling. De tweede en derde vorm van vrijwillige inzet vinden niet in een organisatie plaats, maar in onderling verband. We onderscheiden hierbij de doelgroep aan wie vrijwilligerswerk ten goede komt, namelijk vrijwillige inzet in onderling verband voor individuen (bijvoorbeeld hulp aan buren of (schoon)ouders) en vrijwillige inzet in onderling verband voor groepen (zoals de buurt of een onlinegemeenschap). Voor meer informatie over de verschillende vormen van vrijwilligerswerk, zie hoofdstuk 6 in Geven in Nederland 2024 (p. 221). De resultaten die hieronder beschreven worden zijn gebaseerd op gegevens van 304 mensen van 60 jaar of ouder.
Onder 60-plussers verrichtte 49% in 2022-2023 vrijwilligerswerk in organisatieverband. Daarnaast zette 57% zich in onderling verband in voor individuen en 33% voor groepen. Deze percentages zijn van dezelfde ordegrootte als de percentages vrijwilligers onder de volledige bevolking (zie hoofdstuk 6, Geven in Nederland 2024), maar laten ook een aantal interessante verschillen tussen 60-plussers en de rest van de bevolking zien. Zo verrichtte een groter aandeel 60-plussers vrijwilligerswerk in organisatieverband (49% vs. 44%). Ook de vrijwillige inzet in onderling verband voor groepen lag hoger onder 60-plussers (33% vs. 27%). Daarentegen lag het percentage mensen dat zich vrijwillig inzet in onderling verband voor individuen in 2022-2023 iets lager onder 60-plussers (57% vs. 58%).

Figuur 1: Aandeel van de volledige bevolking en 60-plussers dat vrijwillig actief is op drie verschillende manieren
Vrijwilligerswerk in organisatieverband uitgediept
Het percentage dat zich op een bepaalde manier vrijwillig inzet, laat echter niet het volledige verhaal zien. 60-plussers kunnen ook verschillen in de organisaties die zij steunden, hoe vaak zij vrijwilligerswerk deden of de manier waarop zij zich inzetten. Daarom vergelijken we ook op deze aspecten 60-plussers met de cijfers voor de volledige bevolking. Hierbij richten we ons op vrijwilligerswerk in organisatieverband.
60-plussers blijken in 2022-2023 het vaakst vrijwilligerswerk in organisatieverband te hebben gedaan voor wijk- en buurtorganisaties (13%). Daarop volgen organisaties op het gebied van gezondheidszorg en verzorging (13%) en religieuze of levensbeschouwelijke groeperingen, zoals een kerk, moskee of synagoge (11%). Deze organisaties waren ook onder de volledige bevolking populaire organisaties om vrijwilligerswerk voor te doen, maar het aandeel mensen dat zich inzette voor de wijk of buurt, gezondheidszorg of verzorging of religieuze groeperingen ligt wel lager onder de volledige bevolking. Het aandeel mensen dat zich inzet voor sportverenigingen lag echter hoger onder de volledige bevolking (12%) dan onder 60-plussers (10%). Onder de volledige bevolking was dit de populairste organisatie om in 2022-2023 vrijwilligerswerk voor te doen, maar onder 60-plussers stond dit type organisatie op de vierde plek.
Vrijwilligerswerk in organisatieverband werd in 2022-2023 door de meerderheid van de vrijwilligers van 60 jaar of ouder wekelijks of vaker verricht (65%). Dit percentage lag aanmerkelijk hoger dan onder de volledige bevolking (43%). Logischerwijs zette dan een kleiner aandeel van de vrijwilligers van 60 jaar of ouder zich maandelijks (19%) of minder vaak dan maandelijks (16%) in. Opvallend hierin is wel dat het aandeel vrijwilligers dat zich maandelijks inzette onder 60-plussers net iets groter was dan het aandeel vrijwilligers die zich minder dan één keer per maand inzette. Onder de volledige bevolking zien we juist een aanzienlijk groter aandeel dat zich minder dan één keer per maand inzette (35%) in vergelijking met het aandeel dat zich maandelijks inzette (22%).
Vrijwilligerswerk kan niet alleen ter plekke verricht worden, maar ook online. 20% van de vrijwilligers van 60 jaar of ouder gaf aan dat zij hun vrijwilligerswerk in 2022-2023 (deels) online uitvoerden. Het aandeel vrijwilligers dat zei zijn of haar vrijwilligerswerk (deels) online te verrichten lag op hetzelfde niveau onder de volledige bevolking. Dit betekent dat de opkomst van onlinevrijwilligerswerk niet alleen jongeren heeft bereikt; ook 60-plussers zetten zich op deze manier in.
Vrijwilligerswerk als je inzetten voor anderen
Vrijwilligerswerk is een manier waarop mensen zich inzetten ten behoeve van anderen. Dat kan ook op andere manieren; mensen kunnen bijvoorbeeld geld doneren aan goededoelenorganisaties. Uit de cijfers blijkt dat de meeste 60-plussers die zich vrijwillig inzetten voor een organisatie ook geld gaven (84%). Dit percentage ligt lager onder 60-plussers die niet vrijwillig actief waren voor een organisatie (72%). Dit verschil zien we ook tussen 60-plussers die vrijwillig actief waren in onderling verband voor individuen (84%) en 60-plussers die niet op deze manier vrijwillig waren zijn (72%).
Er is echter geen verschil in het aandeel dat geld doneerde aan goededoelenorganisaties tussen 60-plussers die zich inzetten in onderling verband voor groepen en 60-plussers die dit niet deden. Deze laatste conclusie wijkt af van het patroon dat we zien onder de volledige bevolking. Daar zien we namelijk dat het aandeel dat geld gaf aan goededoelenorganisaties hoger lag onder vrijwilligers dan onder niet-vrijwilligers, ongeacht welke vorm van vrijwilligerswerk we bekijken.
Vrijwilligerswerk als actief zijn in de samenleving
Vrijwilligerswerk kan echter niet alleen worden gezien als een manier om je inzetten voor anderen, maar ook als een manier om actief te zijn in de samenleving. In de literatuur wordt dan ook wel gesuggereerd dat vrijwilligerswerk voor mensen die met pensioen gaan een soort vervanging kan vormen van betaald werk; het is voor hen een nieuwe manier om bij te dragen aan de samenleving en de extra tijd die ze hebben in te vullen.
Dit zien we deels terug onder de 60-plussers in de gegevens van Geven in Nederland 2024. Van de ene kant zien we dat het aandeel vrijwilligers in 2022-2023 even hoog was onder 60-plussers die inkomen uit pensioen of AOW ontvingen als onder 60-plussers die (nog) geen pensioen of AOW ontvingen. Van de andere kant zien we dat het aantal uren wel hoger* ligt onder gepensioneerde 60-plussers. Mensen van 60 jaar of ouder die inkomen uit pensioen of AOW ontvingen, zijn zich gemiddeld genomen 21 uur per maand als vrijwilliger actief in organisatieverband en gemiddeld 17 uur per maand actief in onderling verband (voor individuen). 60-plussers die geen inkomen uit pensioen of AOW ontvingen, zetten zich gemiddeld genomen voor respectievelijk 16 en 12 uur vrijwillig in.
Vrijwilligerswerk nu en in de toekomst
In Geven in Nederland vragen we mensen niet alleen of en hoe zij vrijwilligerswerk verrichten, maar ook hoe zij over vrijwilligerswerk denken. Ongeveer de helft van de 60-plussers (49%) vond dat iedereen ten minste één keer in zijn of haar leven vrijwilligerswerk moet doen. 26% was het oneens met deze uitspraak en 25% stond er neutraal tegenover. De houding ten opzichte van deze uitspraak komt vrijwel exact overeen met de volledige bevolking; 60-plussers wijken in dat opzicht niet af van de jongere bevolking.
We zien wel (kleine) verschillen wanneer we kijken naar de uitspraak dat het normaal is in iemands omgeving om vrijwilligerswerk te doen. Onder de 60-plussers was ruim een kwart het eens met deze uitspraak (27%). 34% was het oneens met deze uitspraak en 39% stond er neutraal tegenover. Onder de volledige bevolking gaf een kleiner aandeel aan dat ze het eens waren (22%) met of neutraal stonden tegenover deze uitspraak (33%). Dit wijst erop dat 60-plussers vrijwilligerswerk in hun sociale omgeving normaler vonden dan de rest van de bevolking.
Ten slotte vroegen we 60-plussers die vrijwilligerswerk in organisatieverband deden om in te schatten of ze deze vorm van vrijwilligerswerk over een jaar nog zouden doen. Bijna driekwart van de 60-plussers (74%) verwachtte dit over een jaar nog te doen. Daarentegen verwachtte 11% gestopt te zijn en gaf 5% al gestopt te zijn. Daarnaast antwoordde 11% dat ze nog niet wisten of ze over een jaar nog vrijwilligerswerk deden.
Meer weten over vrijwilligerswerk onder de volledige bevolking? Lees Geven in Nederland 2024 via www.geveninnederland.nl
*Het verschil in het gemiddeld aantal uren dat mensen die wel en geen pensioen of AOW ontvangen besteden aan vrijwilligerswerk is niet significant. Dat wil zeggen dat het verschil mogelijk op toeval berust. Het is ook mogelijk dat het aantal vrijwilligers van 60 jaar of ouder in onze gegevens te klein is om significante verschillen te kunnen vinden.
[Redactioneel over de foto: #100verhalen: Hans - fulltime inzet na pensioen]