Door de krapte op de arbeidsmarkt is het niet altijd mogelijk mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te vinden of de beschikbare kandidaten te scholen naar de vacatures. Goed nieuws op zich, maar dan moet wel het beleid om. Bij de Gemeente Utrecht is hierop al jaren geleden geanticipeerd vanuit het programma ‘Samen Stad Maken’.
Kennis, kunde, tijd en middelen beschikbaar stellen
Vanuit het Utrechtse beleid mogen opdrachtnemers hun social return verplichting ook invullen door kennis, kunde, tijd en middelen om-niet in te zetten voor maatschappelijke initiatieven in de stad Utrecht. Zo dragen ze bij het versterken van de sociale cohesie in de stad. Hoewel bij het realiseren van sociale impact arbeidsparticipatie voorop staat, kan dit ook door het sociaal inkopen van producten en diensten én door het leveren van een maatschappelijke bijdrage waardoor er samengewerkt wordt aan de maatschappelijke opgaven van de stad. Eén van die bedrijven is KWS. Jan-Willem van Rooijen, die als bedrijfsleider verantwoordelijk is voor de provincie Utrecht, zag ook binnen zijn bedrijf het inlossen van social return steeds lastiger worden. “Het werd moeilijker mensen te vinden met die afstand tot de arbeidsmarkt en de paar die er wel waren, sloten qua expertise niet aan bij wat we in het bedrijf doen, dus dat zorgt ervoor dat je naar andere manieren gaat zoeken. Een medewerker van KWS kende toevallig de Utrechtse Uitdaging en toen zijn we eens kennis gaan maken.”
Maatschappelijk kapitaal
Voor de Nederlandse Uitdaging, de overkoepelde organisatie, is het matchen van bedrijven en non-profitorganisaties dagelijkse kost. “We dagen bedrijven uit om zich in te zetten op de plek waar ze ondernemen; lokaal handjes, materialen en kennis ter beschikking stellen dus”, vertelt Inge Voorhout, manager van de afdeling die in Utrecht opereert. “We doen dit rondom de thema’s eenzaamheid, armoede, duurzaamheid en inclusie.” Dat past heel goed bij het Utrechts model, de lokale aanpak van de gemeente in het sociale domein, waarbij ook een andere invulling van social return mogelijk is.
De keuze die de gemeente heeft gemaakt wat betreft social return is een verstandige, vindt Inge. “Het is zonde om maatschappelijk kapitaal te laten wegvloeien, omdat je zaken niet rond krijgt. Bedrijven zijn heel bereidwillig en lopen vast in het systeem op het moment dat enkel directe arbeidsparticipatie als social return mogelijk is. Adriënne van der Hart, adviseur SROI, is het daar zeer mee eens. “Het is goed dat we anders kijken naar de inzet van onze Utrechtse opdrachtnemers om samen zoveel mogelijk lokale sociale impact te realiseren. KWS heeft bijvoorbeeld al veel kunnen betekenen voor de organisaties in de stad met hulp van de Utrechtse Uitdaging.”
Veel kansen
Jan-Willem is zeer actief als het gaat om zaken regelen. Een vergaderruimte ter beschikking stellen, een betonnen tafeltennistafel van buiten naar binnen verplaatsen bij een sportclub, asfalt wegslopen in een speeltuin: hij draait er zijn hand niet voor om. Bij meerdere klussen zijn ook collega’s van het bedrijf betrokken. “Je ziet dat medewerkers elkaar aansteken. Het doet toch wat met mensen als ze betrokken zijn bij een sociale klus en zien hoeveel impact het heeft. Soms komen ze bij me met eigen ideeën voor maatschappelijke projecten. Dat is leuk om te zien. Ook merk je dat organisaties er echt bij gebaat zijn en soms ook weer dingen organiseren om je te bedanken.”
Inge, die voor KWS al veel heeft bemiddeld, hoopt dat overheidsinstanties, bemiddelaars en bedrijven met elkaar in gesprek gaan om te praten over de mogelijkheden. “Samenwerking is belangrijk, want veranderende tijden vragen om een andere aanpak en er liggen heel veel kansen.”
Meer weten over zaken omtrent medewerkersvrijwilligerswerk? In de strategische toolkit van Good Busy is veel informatie te vinden over dit onderwerp. Lees hier de info of vraag de toolkit aan.
Je kunt je ook aanmelden voor de Good Busy nieuwsbrief en ons volgen op LinkedIn. Zo blijf je op de hoogte van de activiteiten van Good Busy en de trends en ontwikkelingen op het gebied van medewerkersvrijwilligerswerk.