Ronald Struik, één van de leden en in het dagelijks leven milieukundige, legt met plezier uit wat er op het terrein allemaal gebeurt. Het woord survival doet denken aan kampvuurtjes stoken, kano’s maken en leren vissen. Toch is het survivallen in Norg en andere plekken in het land iets heel anders. “De survivalrunsport komt oorspronkelijk voort uit de zogenaamde vossenjacht, waarbij deelnemers tijdens een tocht in de natuur met een geurspoor honden voor moesten blijven. Een Achterhoekse vriendengroep bedacht ooit dat het leuk zou zijn natuurlijke hindernissen toe te voegen zo ontstond deze tak van sport.”
Tegenwoordig wordt door de sporters een parcours van enkele kilometers afgelegd (zonder achtervolging), terwijl onderweg vele hindernissen genomen moeten worden. Er is een competitie en een Nederlands kampioenschap. “Het is een echt Nederlandse sport en anders dan de Obstacle Runs en Mud Races. Voor Survival hebt je meer techniek nodig.” De verschillende manieren om op een touw of balk vooruit te komen, heten bijvoorbeeld ‘aaphangen’ en ‘catcrawlen’. “Leden leren hoe ze dat moeten toepassen als ze met een obstakel bezig zijn."
Samen maken de leden het mogelijk om deze sport te beoefenen.
De eerste editie
In Norg was dan wel een leuke survival club, maar nog geen eigen survivalrun. “Doordeweeks trainen kinderen en volwassenen tussen de 6 en 65 jaar oud op de club. Een run is waar je het allemaal voor doet, want dan kun je toepassen wat je in al die trainingen geleerd hebt en dat geeft een kick. Het leek me daarom wel een goed idee samen met een aantal anderen zo’n evenement te organiseren.” En zo geschiedde, de eerste editie had plaats moeten vinden in het voorjaar van 2020, maar zoals alle geplande evenementen ging ook dat niet door. “We zijn nu bezig met de organisatie van de tweede eerste editie, wie weet lukt het dit keer wel.” Omdat er voor zo’n survivalrun veel vrijwilligers nodig zijn, hebben ze een handige constructie bedacht: de clubleden zetten zich op de dag zelf vrijwillig in en zijn gastheer van het survivalspektakel. De dag ervoor kunnen de leden met zijn allen het parcours afleggen. Ook ouders en opa’s en oma’s van jeugdleden is gevraagd een handje te helpen, zodat mensen uit alle delen van het land kunnen genieten van een sportieve dag. “We hebben ook bouwdagen op ons eigen terrein. Dan worden alle obstakels omgebouwd, zodat de leden weer nieuwe dingen kunnen leren. Dat gebeurt met een man of dertig. De laatste keer moesten we ook een bouwkeet verplaatsen. Ik was heel blij dat er een ouder van een jeugdlid bij was, die hovenier is en zijn kraan had meegenomen, wel zo makkelijk.” Samen maken de leden, waarvan velen zich ook inzetten voor de club, het mogelijk om deze sport te beoefenen, daar in Norg. Gezellig is het ook; tijdens het knopen van de touwen kan het zomaar gebeuren dat iemand weer van een leuke op handen zijnde run heeft gehoord.
Jezelf overwinnen
Wat zijn eigenlijk de ideale omstandigheden voor zo’n evenement? Zonnetje, een graad of 16? “Survivalrun, het woord zegt het eigenlijk al, doe je idealiter onder lastige omstandigheden. Dus een beetje regen op je kop moet je tegen kunnen, want er wordt getraind en gerend met alle weersomstandigheden.”
Na een paar minuten in de vrieskou al een ijskoud kanaal induiken, jezelf met een nat pak op een nieuw obstakel hijsen en dan de striemende kou en wind in je nek voelen. Zo herinnert Ronald zich een van zijn heftigste survivalruns. De grote vraag is natuurlijk: waarom? Waarom Ronald?! Hij lacht. “Ik kan me voorstellen dat mensen zich dat afvragen ja. De omstandigheden maken de sport. Het is zwaar en uitdagend. Je komt jezelf tegen en telkens overwin je jezelf. Dat is een heerlijk gevoel wat ik iedereen kan aanraden. Daarnaast zijn de sporters ongelofelijk solidair en is de sfeer ondanks de ruigheid van de sport heel gemoedelijk.”
Voor wie ook overweegt te gaan survivalrunnen, maar nog een klein zetje nodig heeft: achter de finishlijn wacht een aangename onderdompeling in een hot tub met een lekker warm drankje erbij. Daarvoor moet je dan wel eerst één tot twee-en-een-half uur afzien natuurlijk. Met een beetje geluk krijg je onderweg nog een stortbuitje over je heen, dan is het pas echt overleven!