Binnenkort is het weer zover: we mogen naar de stembus. Voor de stemmende Nederlander een vrij simpel proces: je neemt de stempas en een identiteitsbewijs mee, begeeft je naar het dichtstbijzijnde stemlokaal en klaar ben je. Aan de achterkant is er veel meer gaande en het is precies vanwege die achterkant waarom Gijs van der Kroef zich een aantal jaar geleden aanmeldde voor de bemanning van een stembureau. “Ik dacht eigenlijk al elke keer als ik ging stemmen dat het me zo interessant leek ook eens aan de andere kant te zitten. Toen ik een oproep van de gemeente zag op Twitter, heb ik maar eens mijn naam en mailadres achtergelaten. Daar kwam ook plichtsbesef bij kijken denk ik, het moet toch gebeuren.”
Turven en tellen
Gijs zal een van de zes of zeven mensen zijn die een van de bureaus in Groningen zal bemannen. Wie stemt ziet altijd drie mensen zitten, maar het is een poule van mensen die elkaar afwisselen gedurende de dag, ook in de taken. De eerste persoon controleert de stempas en identiteit. Bij de tweede wordt de pas gescand en de derde turft en geeft een stembiljet aan. “Er zijn gedurende de dag een hoop momenten waarop er even niemand binnenloopt en dan wordt er volop gekletst. Voor die ene dag ben je met elkaar verbonden en erna kan het zijn dat je elkaar nooit meer ziet. Al is de kans dat je elkaar nog eens in de stad tegenkomt wel aanwezig, want Groningen is wat dat betreft een groot dorp, heel gemoedelijk.” Hij kwam er wonen voor zijn studie Rechten en ging nooit meer weg. Zelf woont hij met plezier in de Rivierenbuurt, maar het is niet zo dat hij in zijn eigen wijk als vrijwilliger op het stembureau terecht komt. “Het controleren van de stemmen gebeurt trouwens in meerdere fases. Eerst tellen we of het aantal stemmen overeenkomt met het aantal mensen dat die dag langskwam met een stempas. Daarna worden de stemmen per partij gesorteerd en als laatste per persoon. We zijn tot diep in de nacht bezig, daarom neem ik de dag erna altijd maar vrij.”
Ik voel me gewoon prettig als ik me nuttig kan maken, dus zet ik me zoveel in.
Buurten
Eenmaal per jaar het stemlokaal bemannen is niet het enige wat Gijs doet. “Ik voel altijd een intrinsieke motivatie om mezelf in te zetten, noem het plichtsbesef. Niet alleen ben ik zo bij het stembureau terecht gekomen, maar ook bij de buurtkrant van onze wijk. Op een dag viel het krantje in de bus en las ik ‘dit is het laatste exemplaar dat verschijnt, tenzij iemand nu opstaat om het over te nemen’, dus toen heb ik maar even gebeld en me aangemeld.” Het komt goed uit dat Gijs niet erg graag stilzit. Daarom is hij ook nog coördinator van de buurtmoestuinen, bezig met het verduurzamen van het gebouw waarin hij woont en secretaris en organisator bij de provinciale afdeling van een politieke partij. “Ik voel me gewoon prettig als ik me nuttig kan maken, dus zet ik me zoveel in.” Voor poes Mies is het maar goed dat een deel van de inzet organisatorisch en schrijvend van aard is en achter de computer gebeurt, zodat de heer des huizes toch veel thuis is.
Binnenkort hoort Gijs naar welk bureau hij dit jaar mag. “Soms moet je mensen nog even vertellen hoe het stemmen dient te gebeuren. Het is me een keer overkomen dat iemand een minuut voor tijd binnenkwam, zijn stempas op de tafel legde en riep naar welke partij zijn stem moest. Nadat we hem toch het hokje in hadden geloodst, bleek dat hij de partij gewoon had opgeschreven op het papier. Zonde is het, maar dat is toch echt een ongeldige stem.” Gelukkig loopt het meestal op rolletjes. Een kopje koffie, tussendoor wat kletsen en doortellen tot de stembussen diep in de nacht worden opgehaald. “Verbindend en vrolijkmakend, vind ik het.”