In Waalwijk en Kaatsheuvel liggen enkele verzorgingshuizen die horen bij Mijzo, een instelling voor ouderen met zoals ze het zelf noemen ‘grote gezondheidsuitdagingen’. In een aantal van die huizen wonen mensen met dementie. Die doen natuurlijk ook graag leuke dingen en zodoende kunnen er per huis onder andere drie spelers deelnemen aan een biljartcompetitie. Peter van Wezel zorgt als vrijwilliger voor de indeling, de begeleiding van de speelrondes (samen met anderen) en de puntenadministratie.
Lichaamstaal
Wekelijks gaat hij tweemaal op pad met zijn laptop naar een van de huizen, terwijl de bewoners met een busje onderweg zijn. “Ik heb een tijdje geprogrammeerd en heb zelf een scorebord gemaakt, vandaar de laptop. Dat scoresysteem projecteer ik dan op een televisie, zodat de punten te zien zijn.” De spelers zelf kan het volgens Peter niet veel schelen, maar de familieleden daarentegen zijn altijd fanatiek aan het meekijken naar de punten. “Ze passen er regelmatig hun bezoek op aan, want het is gewoon een gezellig gebeuren.” Voor de spelers zelf telt vooral het moment dat ze aan de beurt zijn. Peter ziet erop toe dat iedereen even vaak de keu in handen heeft. “Zodra ik vertel dat iemand weer mag, kan ik aan hun lichaamstaal aflezen hoe erg ze aan het genieten zijn, prachtig om te zien."
Hoewel de ontstaansgeschiedenis van biljart vertelt dat het aanvankelijk een veldsport voor vrouwen was, zijn de spelers van Peter allemaal mannen. Zij hebben stuk voor stuk al eens in het verleden biljart gespeeld. “Het is door dementie helaas niet nieuw aan te leren. Het kortetermijngeheugen is aangetast en spelregels kunnen ze niet meer onthouden. Bij mensen die in het verleden hebben gespeeld, zit alles nog in een ander deel van het geheugen. Je ziet dat ervaren spelers meteen naar de goede hoek toe lopen. De regels van de Koninklijke Nederlandse Biljartbond gelden bij ons niet. Wij spelen biljart zoals het vroeger gespeeld werd en zoals de mensen het zich herinneren.”
Dagbiljart
Zelf heeft Peter ook een tijd biljart gespeeld. Na een carrière waarin hij naar eigen zeggen echt van alles aan werk deed, kwam hij door ziekte thuis te zitten. Toen hij na een aantal jaar min of meer hersteld was, ging hij eens nadenken over hoe hij zijn tijd kon vullen. Via via hoorde hij van het ‘dagbiljart’: een sport voor mensen die om welke reden dan ook overdag tijd hebben en juist liever niet in de avond naar het café gaan om te spelen. Na een half jaar lid te zijn van de club nam hij het secretarisschap van regio Midden-Brabant op zich en voor hij het wist nam hij deel aan tientallen vergaderingen per jaar. “Mijn vrouw is jonger en werkt nog fulltime. In die tijd was ik zelf ook wel veertig uur per week bezig met vergaderen en geregel, een drukke en mooie tijd.” Vanuit die functie kwam hij in contact met de verzorgingshuizen die graag biljartcompetities wilden houden binnen hun muren. “Ik vond dat zo leuk om te organiseren, dat ik me sindsdien alleen nog maar daarmee bezighoud.” Hoewel hij zelf inmiddels niet meer actief is bij de biljartclub, speelt hij na afloop van een wedstrijdmiddag nog weleens een vrije pot met een medevrijwilliger.
Ik kan bijna geen mens uitleggen hoeveel voldoening het me geeft om dit te doen.
Niks mooiers
De competitie wordt altijd afgesloten met een prijsuitreiking. Er is koffie met gebak, de wisselbokaal wordt uitgereikt aan het winnende team en er worden medailles omgehangen. “Ik kan bijna geen mens uitleggen hoeveel voldoening het me geeft om dit te doen. Als zo’n man een carambole heeft gemaakt en ik zeg ‘je hebt weer een punt erbij kerel!’, dan lacht zijn hele hart.” En dat van Peter trouwens ook, want hij vindt dat er niks mooiers is dan deze biljartende mannen te mogen begeleiden. Hoewel ze allemaal dementie hebben, herkennen ze hem altijd. “Soms weten ze een uur later niet eens meer dat ze gespeeld hebben, maar ze weten wel wie ik ben.” En dat scheelt, dan hoeft Peter zich niet elke week opnieuw voor te stellen. Tenzij er weer eens een nieuw teamlid bij komt natuurlijk!